Die Schöpfung, 8-11-2013

 

affiche

Hans Kok, dirigentDirigent Hans Cok

Hans Cok uit Barendrecht is sinds november 2012 onze dirigent.

Op 9-jarige leeftijd ging hij al naar de muziekschool in Rotterdam. Op 12-jarige leeftijd kreeg hij in Barendrecht orgelles van kerkorganist Van Drunen. Van 1972 tot 1974 was Hans organist van de Gereformeerde Kerk van Barendrecht.

Zijn professionele opleiding begon in 1973 bij Kees van Eersel (piano en orgel) en in 1975 begon hij aan het Rotterdams Conservatorium, waar hij les kreeg van Jet Dubbeldam (orgel) en Theo Loevendie (compositie). Hij gaf in die tijd al pauzeconcerten in de Sint-Laurenskerk te Rotterdam en werd docent orgel, piano, keyboard en synthesizer aan de Toonkunstmuziekschool voor de Drechtsteden (tegenwoordig ‘Stichting ToBe’) te Barendrecht.

Na het behalen van het diploma DM (Docerend Musicus) in 1978 werd hij enkele jaren cantororganist van de Kloosterkerk in Den Haag (1978-1982). In 1980 behaalde hij het UM-diploma (Uitvoerend Musicus) orgel. Sinds die tijd is hij als dirigent en als begeleider betrokken bij meerdere koren in de regio Rotterdam. Hij is dirigent van het Seniorenkoor van de muziekschool en al sinds 1982 van het Christelijk Gemengd Koor ‘De Hoeksteen’ in Rotterdam. Sinds april 2010 is hij als dirigent verbonden aan COV ‘Ridderkerk’.

Van 1997 tot november 2012 was hij onze vaste begeleider, waarna hij Kees Schrijver opvolgde als dirigent.

Componist

Vanaf zijn jeugdjaren schreef hij al composities, waaronder enkele liederen voor sopraan met pianobegeleiding, pianowerken in impressionistische stijl, koor- en orgelwerken. In april 2006 ging zijn ‘Passion’, een tweedelig werk op sobere Bijbelteksten uit de evangeliën, in première in Maassluis. Een groot werk: ‘The Throne, a Symphony of Worship’, voor koor, solisten, orkest en orgel over teksten uit Openbaring werd in december 2006 voor het eerst uitgevoerd, door ‘Hosanna’ in Maasland. In 2008 voltooide hij nog een oratorium: ‘Samson’.

Heleen Koele, sopraanHeleen Koele, sopraan

De sopraan Heleen Koele voltooide haar studie solozang aan het conservatorium van Zwolle in 1991. Daarna nam zij les bij Cora Canne Meijer. Tegenwoordig is Charlotte Margiono haar coach.
Zij maakt sinds 1998 deel uit van het Nederlands Kamerkoor en werkte als soliste met orkesten als Concerto d’Amsterdam (2008, 2009), Amsterdam Sinfonietta (2000, 2008, 2010) en het Combattimento Consort (2000, 2009, 2011). De flexibiliteit van haar stem maakt dat zij wordt gevraagd voor zeer uiteenlopend repertoire, zoals de passies van Bach, het Requiem van Brahms, het Requiem van Verdi of van Tippett. Naast dramatische operarollen als Suor Angelica (Puccini) en Euridice (Gluck) ontdekte Heleen Koele haar komisch talent in de openlucht-opera’s in de natuur van Friesland: 2008 Fra Diavolo (Aubert), 2009 Il Pittore Parigino (Cimarosa), en in 2010 Figaro, naar Le Nozze di Figaro van Mozart. Samen met haar vaste pianisten Steven Faber en Bernhard Touwen voert zij regelmatig liederenrecitals uit. In Maasland was zij eerder te beluisteren in 2004 in de Messiah en vorig jaar in de Elias.

Leon van Liere, tenorLeon van Liere, tenor

De tenor Leon van Liere begon in 2004 zijn studie klassieke zang bij Frans Huijts aan Codarts, Hogeschool voor de Kunsten te Rotterdam. In juni 2009 behaalde hij daar het diploma Bachelor of Music, in 2012 gevolgd door Master of Music.

Hij ontving verder lessen/masterclasses van o.a. Max van Egmond, Roberta Alexander, Carolyn Watkinson en Miranda van Kralingen.

Leon treedt op in repertoire dat uiteenloopt van oude muziek tot romantiek en hedendaagse composities. In 2012 maakte hij als solist zijn debuut in een uitvoering van de Matthäus Passion in het Concertgebouw in Amsterdam en nam hij deel aan producties van de Dutch National Opera Academy. Deze zomer vertolkte hij de rol van Willem Mons in de nieuwe, door Jos Groenier geregisseerde opera ‘The Tsar, his wife, her lover and his head’ van Monique Krüs. Deze opera werd tweemaal gepresenteerd tijdens het Peter de Grote Festival in Groningen en tweemaal tijdens het Grachtenfestival in Amsterdam. Leon is ook als ensemblezanger actief: hij zingt regelmatig bij professionele koren als het Laurens Collegium Rotterdam onder leiding van Wiecher Mandemaker, Studium Chorale onder leiding van Hans Leenders, Cappella Amsterdam en het Groot Omroepkoor.

Bert van de Wetering, bas-baritonBert van de Wetering, bas-bariton

Bert van de Wetering studeerde aan het conservatorium te Zwolle bij Lodewijk Meeuwsen. Tijdens zijn studie volgde hij ook lessen bij Max van Egmond. Daarna studeerde hij verder bij Jasper Schweppe en momenteel volgt hij zanglessen bij Frans Fiselier en Raymond Modesti.

Hij nam deel aan masterclasses van Michael Chance, David Wilson Johnson, Roberta Alexander, Jard van Nes en Rudolf Jansen. In 2011 maakte hij zijn debuut in het Amsterdamse Concertgebouw met de Christuspartij in de Matthäus Passion van Bach.

Zijn repertoire omvat al het bekende grote werk: oratoria, passionen, missen en requiems. Op operagebied vertolkte hij de rol van ‘Aeneas’ in Purcells opera ‘Dido and Aeneas’, zong hij Figaro in ‘Le nozze di Figaro’ van Mozart en Papageno in Mozarts Zauberflöte.

Momenteel werkt hij samen met Brigitte van Hagen (sopraan), Sara Klein Horsman (mezzosopraan), Anouk de Jong (piano) en Boris Saran (regie) aan de theater-operaproductie ‘Schuim’.

Met zijn broer Geerten, organist van de Kloosterkerk te Den Haag, vormt hij al jaren een vast duo en verzorgt hij regelmatig concerten.

Dordts Kamer Orkest

Al meer dan dertig jaar verzorgt het Dordts Kamer Orkest op een professionele manier de begeleiding van koren. Alhoewel de plaats van oorsprong Dordrecht is, ontplooit het Dordts Kamer Orkest activiteiten door heel Nederland. Incidenteel worden ook concerten verzorgd in het buitenland en wordt medewerking verleend aan radio- en tv-opnames. Kenmerkend is de professionele, persoonlijke en enthousiaste aanpak. De kern van het repertoire is de barokmuziek. Daarnaast worden ook werken uit de klassieke periode, de romantiek en werken van meer hedendaagse componisten als Jurriaan Andriessen en John Rutter ten gehore gebracht.

Het orkest bestaat uit een vaste kern enthousiaste musici die wekelijks repeteren in de oudste stad van Holland.

Cor de Haan, continuo

De bekende en ervaren musicus Cor de Haan neemt vanavond als continuospeler veel van de solistenbegeleiding voor zijn rekening, op zijn eigen klavecimbel. Hij studeerde onder andere orgel, koordirectie, klavecimbel, beiaard, en schoolmuziek aan het Rotterdams Conservatorium. Op dit moment is hij nog organist in de Gereformeerde Havenkerk te Alblasserdam, de Laurentius-Kerk te Mijnsheerenland en de Gereformeerde Kerk te Pernis. Hij werd ook bekend als dirigent van ‘Deo Cantemus’ in Rotterdam en bij ons in de regio in Naaldwijk (COV ‘Excelsior’) en in Vlaardingen (Rijnmondkoor).

Franz Joseph Haydn (1732-1809)

Franz Joseph Haydn is eigenlijk een Bohemer: in 1732 wordt hij in Rohrau geboren. Hij begint zijn muzikale carrière bij de beroemde Wiener Sängerknaben, die instonden voor de opluistering van de kerkdiensten in de Stephansdom in Wenen, in die tijd de culturele hoofdstad van Europa met een grote muziektraditie.
Haydn kan al snel in zijn levensonderhoud voorzien als kopiist, privéleraar en begeleider bij zanglessen en componeerde zijn eerste serenades en strijk-kwartetten, op bestelling van de plaatselijke adel en gegoede burgerij. Verder bestudeert hij de ‘nieuwe’ werken van Carl Philipp Emanuel Bach, die zo de geestelijke vader van zijn pianosonates wordt.

In 1759 begint zijn loopbaan als kapelmeester bij graaf Morzin, voor wiens orkestje hij zijn eerste symfonieën componeert.

In 1760 wordt hij kapelmeester bij graaf Esterhazy in Eisenstadt, waar hij permanent de beschikking krijgt over een voor die tijd uitgebreid orkest van 22 muzikanten, een ideale omgeving om zijn eigen smaak en inzicht te ontwikkelen.
Mede door de vele relaties van zijn broodheer geniet Haydn spoedig een grote bekendheid, en krijgt uitnodigingen en opdrachten uit Parijs, Londen, Amsterdam en Leipzig. Ook in Amerika, Spanje en Italië wordt zijn werk bekend.

Na het overlijden van Esterhazy in 1790 vestigt hij zich als vrije kunstenaar in Wenen, en gaat in op uitnodigingen uit Londen. Op aandringen van de violist en impresario Salomon onderneemt hij twee reizen naar Engeland, waar zijn ‘Londense Symfonieën’ triomfantelijk onthaald worden. Hij wordt door het hof ontvangen en krijgt een eredoctoraat van de universiteit van Oxford.

Op zijn eerste terugreis ontmoet hij de jonge Beethoven, die hem volgt naar Wenen voor muzieklessen. Toch heeft het tussen die twee nooit echt goed willen vlotten.

De laatste jaren van zijn leven componeerde hij nog zijn belangrijkste twee oratoria: ‘Die Schöpfung’ en ‘Die Jahreszeiten’. Door een naamsverwisseling met zijn broer Johann, kon hij zijn eigen doodsbericht in de krant lezen, en betreurde het geen uitnodiging te hebben gekregen voor de groots opgezette rouwdienst in Parijs (met o.a. het Requiem van Mozart en een speciaal voor die gelegenheid gecomponeerd treurmotet van Cherubini), anders ‘had hij die dienst graag zelf gedirigeerd’. Hij stierf ten slotte rustig en helder van geest midden in het bombardement van de Fransen op Wenen op 31 mei 1809.

Die Schöpfung

Het oratorium Die Schöpfung (De Schepping), is een compositie voor koor, orkest en drie zangsolisten. Het werk ontstond tussen 1796 en april 1798 en is een van Haydns meesterwerken. Het beschrijft en illustreert muzikaal het scheppingsverhaal volgens het Bijbelboek Genesis, en teksten uit de Psalmen en John Miltons Paradise Lost.

Het schrijven van het werk was voor Haydn een diep gevoelde daad van geloof.

Geen van zijn composities nam zoveel tijd als dit werk. In feite werkte hij zo veel en intensief aan het werk, dat hij uitgeput raakte en instortte, vlak na de première te hebben gedirigeerd.

Historische achtergrond

In Haydns tijd, die aan die van Darwin voorafging, was de zogenaamde fysico-theologie populair. Het universum werd beschouwd als volledig geordend en wetmatig, waarbij de bewegingen van de hemellichamen de wetten van de wiskunde en mechanica strikt volgen, als bewijs van goddelijke wijsheid. Haydn, een van nature nieuwsgierig man, had interesse in de astronomie, en het is bekend dat hij gedurende zijn verblijf in Engeland de moeite heeft genomen om William Herschel, ex-componist en ontdekker van de planeet Uranus, in diens observatorium in Slough te bezoeken.

Libretto

Hoewel het werk doorgaans met de Duitse titel wordt genoemd, zijn er al sinds 1800 tweetalige edities verschenen en wordt het zowel in het Engels als Duits uitgevoerd. Haydn gaf zelf aan dat voor Engelssprekend publiek de Engelse versie de voorkeur had.

Opbouw

Die Schöpfung is geschreven voor drie zangsolisten (sopraan, tenor en bas), vierstemmig koor (sopraan, alt, tenor en bas) en een groot laat-klassiek orkest.

De drie solisten vertegenwoordigen de aartsengelen Gabriël (sopraan), Uriël (tenor)

en Raphaël (bas), die over de scheppingsdagen vertellen.

In Deel III vervullen de bas en de sopraan de rollen van Adam en Eva.

Het koor vult de solisten aan en zingt een serie monumentale koorwerken, telkens als viering van de voltooiing van een scheppingsdag.

Het orkest speelt ook vaak solistisch, vooral op plaatsen waar de sfeer wordt geschilderd, zoals het verschijnen van de zon, de schepping van diverse diersoorten, en bovenal in de Ouverture, waar de chaos die aan de schepping voorafgaat wordt uitgebeeld.

Zoals in veel oratoria worden de grotere delen, zoals aria’s en koorgedeelten, vaak voorafgegaan door een kort recitatief, in dit geval op de tekst van het Bijbelboek Genesis, terwijl de erop volgende delen het Bijbelverhaal illustreren met vrijere teksten.

Beamer

Onze uitvoering wordt ook geïllustreerd met beelden op de muur via de beamer.

Deze presentatie werd samengesteld door onze tenor Hettie de Graaf.

 

Bron: Wikipedia