De uitvoering van ‘Ein deutsches Requiem’ door ‘Hosanna’ in Maasland bleef nog lang naklinken in de hoofden van de koorleden en de bezoekers. Met groot orkest en uitstekende solisten bleek nog weer eens hoe fenomenaal Brahms de indringende, troostrijke Bijbelteksten op muziek heeft gezet. De massieve bezetting van het orkest (door Brahms zelf zo voorgeschreven) maakt het voor het koor wel eens moeilijk om ‘eroverheen’ te komen, maar het Delfts Symphonie Orkest speelde mooi beheerst en liet zich van zijn beste kant zien en horen. Compliment! Dan kan er hier en daar wel eens iets niet helemaal goed gaan, maar de inspiratie bij koor en orkest, de concentratie, en de wil om er gezamenlijk iets moois van te maken, leidden tot een door het publiek zeer gewaardeerd hoog niveau.

‘Hosanna’ werd ondersteund door een aantal gastzangers uit Ridderkerk en Leiden, en klonk alsof er van vergrijzing nog geen sprake is: helder en zelfverzekerd. De uitstekende (in de fortissimo-gedeelten wel eens wat overdadige) akoestiek van de Nieuwe Kerk doet dan de rest. Wel leek er naar het einde toe wat vermoeidheid in het koor te sluipen, maar dat is niet verwonderlijk bij zo’n ‘zwaar’ stuk en het is ook lastig om na de climax aan het eind van deel zes terug te schakelen naar de ingetogen stemming van deel zeven.

De solisten Marene Elgershuizen en Frank Dolphin Wong zijn een genot om naar te luisteren. Beiden hebben een volle, warme klank, leven zich in hun tekst in en zingen de sterren van de hemel met een gemak alsof het totaal geen moeite kost. Dan bezorgen aria’s op teksten als ‘Herr, lehre doch mich, dass mein Leben ein Ziel hat’ en ‘Ihr habt nun Traurigkeit, aber ich will euch trösten wie einen seine Mutter tröstet’ menigeen een brok in de keel. Dat was uiteraard ook bij het bekende ’Wie lieblich sind deine Wohnungen’ door het koor, maar zo is het eigenlijk in elk deel van dit Requiem.

Dirigent Hans Cok leidde strak en duidelijk, en zorgde er door zijn keuze voor langzame tempi voor dat de kwaliteit van deze muziek nog eens extra werd benadrukt. Toen de slotnoot geklonken had was het publiek dan ook zo onder de indruk dat er nog even een ‘eerbiedige’ stilte bleef hangen voordat het applaus losbarstte.

Na de pauze volgde nog het ‘Te Deum’ van Dvorák, een juichende lofzang waarin koor, orkest en solisten zich heerlijk kunnen uitleven. Echt een stuk om het publiek nagenietend naar huis te kunnen laten gaan. ‘Hosanna’ kijkt weer terug op een gedenkwaardige uitvoering en is er trots op dit soort muziek nog steeds te kunnen brengen.

Applaus!